- mei 15, 2014
- Gepost door: Otto Volgenant
- Categorie: Alle berichten
Opinie van Jurian van Groenendaal en Otto Volgenant
Het Googlearrest : dreigt censuur? Of is het juist goed voor de journalistiek?
Jurian van Groenendaal en Otto Volgenant betogen dat het wel mee zal vallen met censuur. Het kan voor de journalistiek juist gunstig uitpakken
Op 13 mei 2014 heeft h et Hof van Justitie een spraakmakende uitspraak gedaan. Individuele burgers hebben het recht om voortaan bepaalde zoekresultaten niet meer te laten terugkomen wanneer op hun naam gezocht wordt in de Google-zoekmachine. Het geeft burgers stevig gereedschap in handen om hun ‘recht om vergeten te worden’ te effectueren. Hoe gaat dit voor de journalistiek uitpakken? Ligt censuur op de loer? Wie dat vreest, heeft het arrest niet goed gelezen. Voor heilige verontwaardiging is vooralsnog geen reden.
In de Spaanse zaak tegen Google gaat het om de aankondiging van de openbare verkoop van het woonhuis van een Spaanse burger. Die aankondiging werd in 1998 in een dagblad gepubliceerd, op last van het ministerie van Arbeid en Sociale Zaken. Het gaat dus niet om redactionele content. De krant wilde de aankondiging niet verwijderen, want publicatie had een wettelijke grondslag. De Spaanse man deed daarom een verzoek aan Google om die aankondiging niet langer in de Google-zoekresultaten terug te laten komen. Voor de goede orde: de aankondiging zelf mag gewoon in het archief van het dagblad blijven staan, daar hoeft geen letter aan gewijzigd te worden. De inhoud daar van is rechtmatig. Maar deze burger wil niet langer publiekelijk worden geconfronteerd met de ze a ankondiging, die volgens hem niet langer relevant is.
We bevinden ons hier op het snijvlak van maar liefst drie grondrechten. Ten eerste het recht op privacy. Dat omvat ook het recht om persoon s gegevens die niet langer relevant zijn op enig moment weer te laten ‘vergeten’. Ten tweede het recht op informatie, de ‘free flow of information’. Informatie moet gevonden kunnen worden, en het internet is daar bij uitstek het gereedschap voor. En ten derde het recht op vrijheid van ondernemerschap. Een gebod aan Google om zoekresultaten te verwijderen grijpt immers direct in op de manier waarop Google haar bedrijf runt.
Er zijn twee ‘hoogste’ rechters in Europa, namelijk het Hof van Justitie dat in Luxemburg zetelt en dat de hoogste rechter is waar het gaat om de regelgeving van de Europese Unie, en het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg, de hoogste rechter waar het mensenrechten betreft. Deze twee gerechtshoven staan los van elkaar en kijken niet altijd even goed naar elkaars uitspraken. Het men senrechtenhof in Straatsburg maakt altijd een zeer zorgvuldige afweging wanneer er verschillende grondrechten in het geding zijn. Mensenrechten zijn gelijkwaardig. Het recht op privacy en het recht op informatievrijheid staan regelmatig tegenover elkaar. Dan is een afweging nodig. De weegschaal kan nu eens naar de ene kant uitslaan, en dan weer naar de andere kant. Het Straatsburgse Hof heeft al eerder een afweging gemaakt tussen het vindbaar blijven van reeds gepubliceerde artikelen en het belang om niet voor eeuwig te worden geconfronteerd met ongunstige of zelfs onjuiste berichtgeving. De oplossing werd dan gevonden in een aantekening bij een artikel – bijvoorbeeld dat de rechter daar later over heeft geoordeeld dat de inhoud onjuist was. Zo wordt geschiedvervalsing voorkomen.
Het Luxemburgse EU – Hof van Justitie kiest…