Het OM luisterde een gesprek af tussen journalisten van De Correspondent en drie verdachten in het strafrechtelijk onderzoek naar de mondkapjesdeal. Dat mag van de rechter: er is weliswaar sprake van een inbreuk op het recht op bronbescherming, maar die is gerechtvaardigd door het belang van de waarheidsvinding.

Op 25 maart 2022 voerden journalisten van De Correspondent, onder wie hoofdredacteur Rob Wijnberg, een gesprek met Sywert van Lienden, Bernd Damme en Camille van Gestel voor een reconstructie van de beruchte mondkapjesdeal. Deze drie waren toen al officieel verdachten. Ze waren eind februari 2022 aangehouden en een paar dagen later weer op vrije voeten gesteld.
Het gesprek vond plaats in een besloten ruimte, ‘de Oude Paardenstal’, van restaurant De Keuken van Hackfort. Deze vergaderruimte hadden de verdachten een week daarvoor telefonisch afgehuurd. Het Openbaar Ministerie wist van de geplande bijeenkomst omdat hun telefoongesprekken werden getapt. Het OM wist niet precies wie er naast de verdachten zouden deelnemen aan het gesprek. In het kader van het strafrechtelijk onderzoek naar de verdachten verleende de rechter-commissaris een machtiging voor het afluisteren van de bijeenkomst. Hij bepaalde ook dat het gesprek niet mocht worden afgeluisterd als er een advocaat bij zou zijn. De politie installeerde afluisterapparatuur in de vergaderruimte. De avond vóór de ontmoeting werd het OM door de FIOD getipt dat er mogelijk een journalist aanwezig zou zijn bij het gesprek. Desondanks werd het gesprek, dat maar liefst zeven uur duurde, opgenomen. Het verslag werd toegevoegd aan het strafdossier. Wat de journalisten vroegen en zeiden werd zwart gemaakt, alleen wat de verdachten hebben gezegd kwam in het strafdossier.

De Correspondent stelt dat het OM daarmee een ernstige inbreuk heeft gemaakt op het journalistieke recht op bronbescherming. De rechtbank Den Haag oordeelt dat er inderdaad sprake is van een zekere inbreuk op het recht op bronbescherming. De verdachten fungeerden immers als bron voor het reconstructieonderzoek van de journalisten. De rechter oordeelt dat de inbreuk gerechtvaardigd was. De ratio achter het recht op bronbescherming is het maatschappelijk belang om te voorkomen dat de identiteit van een bron door een journalist wordt onthuld, aldus de rechtbank. Als de identiteit van de bron niet in het geding – zoals in dit geval – zal een inbreuk op de bronbescherming eerder gerechtvaardigd zijn. De rechter oordeelt daarom dat het strafrechtelijk belang van de waarheidsvinding in dit geval zwaarder weegt dan het journalistieke recht op bronbescherming.
Op twee minder belangrijke procedurele punten krijgt het OM een tikje op de vingers: de journalisten hadden eerder moeten worden geïnformeerd en het verslag was aan het strafdossier toegevoegd zonder voorafgaande toestemming van de rechter-commissaris. Maar die toestemming is achteraf alsnog verleend, zodat de noodzakelijke rechterlijke toetsing heeft plaatsgevonden. De journalisten zullen zich wel twee keer bedenken voordat ze weer met verdachten afspreken in een vergaderruimte die door de verdachten is afgehuurd.

Avatar foto
Auteur: Otto Volgenant
Otto Volgenant (1969) is sinds 1993 advocaat. Hij studeerde aan de VU en rondde in 1997 cum laude de postdoctorale opleiding Informaticarecht af.