Kroniek Persrecht 2006-2009

Zijn privacy en uitingsvrijheid gelijke grootheden, of weegt de één toch zwaarder dan de ander? Is tegenwoordig ook al toestemming nodig voor het nemen van een foto? Mag je een advocaat een maffiamaatje noemen? Hebben media de plicht rechtmatige, maar wel negatieve of privacygevoelige berichten over iemand na verloop van tijd uit online archieven te verwijderen als de voortdurende online publicatie iemand naar zijn zeggen belemmert, bijvoorbeeld in het vinden van een baan? Als je moet rectificeren, moet je dan ook het internet schoonvegen? Wat is de laatste stand van zaken als het gaat om wederhoor? Hoe absoluut is het brongeheim? Deze kroniek behandelt de belangrijkste perszaken tussen 2006 en 2009 en gaat onder meer in op deze vragen.

Inleiding

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de belangrijk ste ontwikkelingen op het gebied van het persrecht. De begindatum van dit overzicht sluit aan bij het artikel in Mediaforum van Gilhuis dat de periode tot en met 2005 bestreek. Wij hebben dit overzicht afgesloten op 7 oktober 2009. Een onderwerp dat zo breed is, met een periode van bijna vier jaar, kan naar zijn aard niet uitputtend worden behandeld. Er is dus niet naar volledigheid gestreefd. Wel hebben wij geprobeerd de belangrijkste uitspraken te noemen en in een kader te plaatsen. Extra aandacht is gegeven aan enkele recente ontwikkelingen die ook voor de nabije toekomst relevant zullen zijn, zoals bijvoorbeeld de stand van zaken op internet en de bescherming van het brongeheim.

Privacy en vrijheid van meningsuiting

De Hoge Raad wees in 2008 arrest in de zaak van Van Gasteren tegen Hemelrijk. Op het spoor gezet door een doortimmerde conclusie van AG Huydecoper oordeelt de Hoge Raad dat de toetsing of het recht op eer en goede naam danwel het recht op vrijheid van meningsuiting zwaarder weegt, moet plaatsvinden door afweging van de omstandigheden van het geval. Als er – zoals in dit geval – wordt geoordeeld dat de vrijheid van meningsuiting zwaarder weegt, brengt dit mee dat de inbreuk op het recht op eer en goede naam voldoet aan de daaraan te stellen noodzakelijkheidstoets. Er vindt dus geen toets in twee fasen plaats, maar in één keer.

Karakó

Het Karakó-arrest van het EHRM uit april 2009 gaat verder in op deze discussie over de balans tussen 8 lid 2 en 10 lid 2 EVRM. Karakó was in 2002 kandidaat voor de Hongaarse parlementsverkiezingen. Tijdens de verkiezingen werd door een politieke tegenstander in het kiesgebied van Karakó een flyer verspreid, waarop stond dat Karakó in het verleden regelmatig in strijd met de belangen van zijn eigen kiesgebied had gestemd. In reactie daarop diende Karakó in mei 2002 een strafklacht in tegen zijn politieke concurrent wegens het schaden van zijn reputatie. Het hierop volgende onderzoek werd in 2004 afgebroken omdat het verspreiden van…

Avatar foto
Auteur: Otto Volgenant
Otto Volgenant (1969) is sinds 1993 advocaat. Hij studeerde aan de VU en rondde in 1997 cum laude de postdoctorale opleiding Informaticarecht af.

Wij geven graag antwoord op uw vraag