Wie beat wie?

INLEIDING

Toen Martin Garrix (de artiestennaam van Martijn Garritsen) 16 jaar oud was, tekende hij in de zomer van 2013 een platencontract bij Spinnin’ Records. Op diezelfde dag sloot hij een managementdeal met het aan Spinnin’ verbonden managementbureau Musicallstars Management (hierna: ’MAS’). De minderjarige Garrix werd toen vertegenwoordigd door zijn vader. De praktijk leert dat platenbazen er tegenwoordig een hekel aan hebben om tegenover ouders zonder juridische kennis aan de onderhandeltafel te zitten. Zo werd ik gedurende de onderhandelingen met mijn label meermaals gewezen op bepaling 13 uit de artiestenovereenkomst, in de volksmond ook wel de ‘Martin Garrix-clausule’.
Deze clausule luidt als volgt: “Artiest heeft zich bij het aangaan van deze overeenkomst laten adviseren door een deskundige of heeft er bewust voor gekozen om dit niet te doen. Artiest zal zich derhalve nooit kunnen beroepen op het feit dat hij de inhoud van deze overeenkomst niet heeft begrepen.”

Garrix’ carrière draaide al snel op volle toeren en sinds 2014 vliegt hij de hele wereld over voor optredens op internationale festivals. Hij heeft inmiddels 19 awards op zijn naam en wordt in het internationale tijdschrift DJ MAG zelfs bekroond tot nummer 2 deejay van de wereld.

DE ZAAK

Volgens zowel de artiestenovereenkomst als de managementovereenkomst konden Spinnin’ Records en MAS de looptijd van de tweejarige overeenkomst verlengen met nog eens twee jaar. Zij maakten medio 2015 maar al te graag gebruik van deze optie tot eenzijdige verlenging. De inmiddels wereldberoemde Garrix was het daar niet mee eens en liet op 29 juli 2015 weten beide overeenkomsten te beëindigen. Als reactie ontbond Spinnin’ de overeenkomsten met Garrix omdat hij zijn verplichtingen niet zou zijn nagekomen. Het was uiteindelijk Garrix die een procedure tegen Spinnin’ Records en MAS begon.

De zaak gaat met name om de volgende punten:

  • De wijze van totstandkoming van de overeenkomsten tussen Garrix en Spinnin’ Records en MAS;
  • De geldigheid van de contractsbepalingen over de royaltyvergoeding;
  • De geldigheid van de eenzijdige verlengingsmogelijkheid op grond van artikel 25f Auteurswet;
  • Wie is de fonogrammenproducent (in de zin van artikel 1 sub d Wet op de Naburige rechten)?;
  • Zijn sommige contractsbepalingen in strijd met redelijkheid & billijkheid?

RECHTBANK

De rechtbank wijst Garrix aan als de fonogrammenproducent. Het is namelijk Garrix geweest die de eerste vastlegging van zijn nummers heeft verzorgd en de kosten daarvan heeft gedragen. Ook vond de rechtbank dat sprake was van een onjuiste voorstelling van zaken en dat Garrix dus zou hebben gedwaald bij het aangaan van beide overeenkomsten. Spinnin’ Records en MAS zijn volgens de rechter niet professioneel omgegaan met de belangen van Garrix. Er was sprake van belangenverstrengeling. Door deze verkeerde voorstelling van zaken en een onjuiste mededeling over exploitatie-opbrengsten vond de rechter dat sprake was van dwaling bij Garrix, met als gevolg vernietiging van zowel de artiesten- als de managementovereenkomst.

GERECHTSHOF

Het hof was het eens met de rechtbank dat Garrix de fonogrammenproducent is van de 23 tracks die onderwerp van geschil zijn. De fonogrammenproducent is volgens artikel 1 WNR de (rechts)persoon die een fonogram voor de eerste keer vervaardigt of doet vervaardigen. Het hof baseert zich naast artikel 1 WNR ook op de definitie van artikel 2 van het WIPO Performances and Phonograms Treaty (WPPT), waarin staat dat de fonogrammenproducent de natuurlijke persoon of rechtspersoon is, die het initiatief neemt en de verantwoordelijkheid draagt voor de eerste vastlegging van de geluiden van een uitvoering of andere geluiden, of de weergave van geluiden. Daarbij is ook van belang wie daarvoor de financiële verantwoordelijkheid draagt.

Het hof vond echter niet dat Spinnin’ Records en/of MAS de deejay verkeerd hadden voorgelicht, misleid, of bedrogen bij het aangaan van de overeenkomsten. Wel oordeelde het hof dat de eenzijdige optie tot verlenging in beide overeenkomsten in strijd is met artikel 25f Aw en dus onredelijk bezwarend. Let op: dit zet geen streep door iedere artiestenovereenkomst met een optie tot eenzijdige verlenging. Het ging in dit specifieke geval om een dusdanig groot commercieel succes dat er een onevenredigheid was ontstaan tussen de vergoedingen aan Garrix en de opbrengsten voor Spinnin’ Records. Wat betreft de royalty-berekening stelde het hof dat niet was gebleken dat Spinnin’ Records na het sluiten van het contract ook echt onbeperkt en/of ongecontroleerd kosten in aftrek had gebracht.

HOGE RAAD

De Hoge Raad heeft definitief Garrix als fonogrammenproducent aangemerkt, wat betekent dat hij mastereigenaar is van de 23 tracks. Wat dat betekent voor eventuele nog aan Garrix toekomende vergoedingen? Dat noemt de Hoge Raad helaas niet. Ook het oordeel van het hof dat de deejay niet heeft gedwaald bij het aangaan van de overeenkomst met Spinnin’ Records c.q. MAS laat de Hoge Raad in stand.

Een van de vragen die door de Hoge Raad moest worden beantwoord was of de bepaling in het productiecontract over de grondslag van de royaltyvergoeding nu wel of niet onredelijk bezwarend was op basis van artikel 25f Aw. Volgens de Hoge Raad moet artikel 25f Aw op grond van haar aard worden beoordeeld naar omstandigheden zoals deze zich vóór of ten tijde van het sluiten van de overeenkomsten hebben voorgedaan (“ex tunc). Het megasucces van Garrix, dat zich vrijwel direct ná het sluiten van de overeenkomsten heeft gemanifesteerd, mag van de Hoge Raad dus géén rol spelen bij de toetsing aan artikel 25f Aw.

 

 

 

 

 

 

Link naar Spotify Savine

The Spinnin’ Records-saga continues

De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden en verwijst de zaak naar gerechtshof Den Bosch om de overeenkomsten opnieuw te beoordelen. De bepalingen die opnieuw zullen worden getoetst (optie tot eenzijdige verlenging, royalty-vergoedingen), komen terug in heel veel productieovereenkomsten en kunnen voor zowel de artiesten als voor het label van belang zijn. De zaak is leerzaam omdat wordt vastgesteld wie nu precies mastereigenaar is, en dus recht heeft op de daaraan verbonden geldstromen.

Ook in mijn artiestenovereenkomst staat dat het label een eenzijdige optie tot verlenging heeft. Wel is daar nadrukkelijk aan toegevoegd dat indien het label van deze exclusieve optie gebruikt maakt, de bepalingen, voorwaarden en condities van deze overeenkomst onderwerp zijn van nieuwe onderhandelingen te goeder trouw, waarbij de overeenkomst zal worden herzien in lijn met de ontwikkeling van de artiest. Ik kan iedere artiest aanraden deze laatste beschermende aanvulling in zijn of haar platencontract te laten opnemen, ook als dat al getekend is…

Avatar foto
Auteur: Savine Warmelink
Vanuit mijn positie als getekende artiest en specialist op het gebied van muziek- en entertainmentrecht zal ik regelmatig het podium pakken en relevante rechtspraak bespreken.

Wij geven graag antwoord op uw vraag