- December 6, 2013
- Posted by: Fulco Blokhuis
- Category: All posts
Het auteursrecht biedt geen bescherming aan formats
De afgelopen maanden zijn er drie uitspraken gewe zen over de auteursrechtelijke beschermingsomvang van een format. Het betreft drie zaken waarbij een professionele partij een idee van een ander gebruikt e om een eigen product op de markt te brengen. De zaak tussen producent Red Arrow en SBS omtrent het format ‘ Marriage at first sight ’ had ook in dit overzicht gepast, als er in die zaak een beroep zou zijn gedaan op het auteursrecht. Zoals gebruikelijk in alle formatzaken kwamen de eisende rechthebbende n met lege handen thuis . Deze uitspraken onderstrepen nog eens de idea – expression dichotomy : het auteursrecht beschermt geen ideeën als zodanig, maar alleen de oorspronke lijke uitdrukkingswijze ervan. Dit beginsel is overigens ouder dan de Berner Conventie. Bij twee uitspraken van de rechtbank Den Haag wordt nog de interessante vraag behandeld of het werkbegrip ten aanzien van een format al dan niet geharmoniseerd is.
In de bodemprocedure ‘ Hollandse Meesters ’ claimde eiser es auteursrecht op een tv-format, op basis waarvan diverse kunstenaars in hun ateliers werden gefilmd. Volgens eiseres kon het format omschreven worden als “het filmen van de hartslag van de kunstenaar in zijn atelier en hoe hij zijn werk uitvoert”. Eiseres had de titel en het filmplan bedacht en voer de aan dat zij heeft uitgewerkt hoe het programma eruit moest gaan zien, dat er bekende filmmakers moesten worden ingeschakeld, dat er in het atelier zou worden gefilmd, dat er een tijdsbeeld zou worden gegeven en dat zou worden getoond hoe de kunstenaars werken. Volgens eiseres kon een derde niet een identiek uitgewerkt project bedenken en tot stand brengen. De rechtbank is echter van oordeel dat het idee om een serie gefilmde portretten te maken van hedendaagse Nederlandse beeldende kunstenaars niet voor bescherming in aanmerking komt. Een idee moet voldoende zijn geconcretiseerd en vormgegeven om als format auteursrechtelijk te kunnen worden beschermd. Dat was hier niet het geval. Een heldere conclusie waarin de idea – expression dichotomy doctrine doorklinkt.
In het kort geding tussen Jumbo – Ravensburger ging het over de auteursrechtelijke bescherming van een spelformat: een leg puzzel, waarvan de puzzelaar geen voorbeeld had.