- July 9, 2015
- Posted by: Otto Volgenant
- Category: All posts
Volgenant interviewt Le Quoc Quan
Advocaat Otto Volgenant, één van de Nederlandse advocaten die zich actief inzet voor Lawyers for Lawyers, sprak met de Vietnamese advocaat en blogger Le Quoc Quan. Deze zat een gevangenisstraf van dertig maanden uit wegens ‘belastingontduiking’. Lawyers for Lawyers heeft tweeëneenhalf jaar actie gevoerd voor zijn vrijlating. Een dag nadat hij de gevangenis verliet zei Le Quoc Quan: ‘Ik zal doorgaan, want ik ben ervan overtuigd dat het in het belang van de bevolking van Vietnam is.’
De regering van Vietnam vervolgde Le Quoc Quan voor zijn mensenrechtenwerk. Na talloze slachtoffers van mensenrechtenschendingen te hebben vertegenwoordigd werd de advocaat in 2007 van het tableau geschrapt op verdenking van betrokkenheid bij ‘acties gericht op het ten val brengen van het regime’. Hij is meerdere malen gearresteerd omdat hij zijn werk voortzette. Na een aanslag door onbekende daders werd hij in augustus 2012 opgenomen in het ziekenhuis. De aanslag is niet door de politie onderzocht. Vermeende beschuldigingen van belastingontduiking leidden op 27 december 2012 tot zijn arrestatie. Le Quoc Quan werd veroordeeld tot dertig maanden gevangenisstraf en een boete van ongeveer 59.000 Amerikaanse dollars. De VN-werkgroep Willekeurige detentie keurde de gevangenisstraf van Le Quoc Quan af en zag die als een schending van zijn recht op vrijheid van meningsuiting en zijn recht op een eerlijk proces. De VN-werkgroep stelde vast dat Le Quoc Quan voor zijn werk als activist en als blogger gevangen was genomen en riep op tot zijn onmiddellijke vrijlating. Daarbij stelde de VN-werkgroep de regering van Vietnam voor om Le Quoc Quan een schadevergoeding te betalen. Op deze beslissing heeft de Vietnamese regering nooit gereageerd. Zijn gevangenisstraf eindigde op 27 juni 2015. Le Quoc Quan heeft de volledige straf van dertig maanden uitgezeten, zonder enige aftrek. De dag na zijn vrijlating werd hij geïnterviewd.
U heeft tweeëneenhalf jaar in de gevangenis gezeten. Hoe was dat?
‘De eerste anderhalf jaar van mijn gevangenschap waren erg moeilijk. De omstandigheden waren zwaar. Ik zat in een gevangeniscel van zestig vierkante meter met ongeveer vijftig andere personen. Onder hen waren moordenaars, overvallers, mensen met ernstige ziekten. Na de behandeling in hoger beroep werd ik overgeplaatst naar een andere gevangenis, 850 kilometer van Hanoi. Daar waren de omstandigheden beter. Ik zat daar vast met tien andere gewetensbezwaarde gevangenen en deelde een kamer van twintig vierkante meter met één andere gevangene. We hadden een toilet, water, toegang tot kranten en we mochten drie uur per dag tv kijken. We hadden slechts één tv-kanaal: het staatskanaal. Het eten was er erg slecht, maar we mochten af en toe voedselpakketten van onze familie ontvangen, bijvoorbeeld met noedels of taart. Ik weigerde te gaan werken, omdat ik onschuldig ben. Het proces tegen mij is een gerechtelijke dwaling. Mijn gevangenschap is gebaseerd op de valse beschuldigingen van belastingontduiking. Daarom ben ik vier keer in hongerstaking gegaan. De boete van 59.000 Amerikaanse dollars staat nog steeds open. Deze wil ik niet betalen, aangezien ik onschuldig ben. De grote vraag voor mij is wat er gebeurt als ik niet betaal. We hebben sowieso niet genoeg geld om te betalen. Ik was bang dat ik na mijn vrijlating meteen weer gearresteerd zou worden. Maar ze lieten me gaan. Nu ben ik thuis. Er stonden op de luchthaven veel supporters op mij te wachten, zelfs mensen die ik nog nooit eerder had ontmoet. Veel mensen komen mij nu thuis opzoeken.’
Was u, terwijl u in de gevangenis zat, op de hoogte van de internationale steun?
‘De eerste twee jaar had ik niet in de gaten dat zoveel organisaties zich met mijn situatie bezighielden. Nu ben ik me bewust van de internationale aandacht, de brieven aan de regering van Vietnam, het besluit van de VN-werkgroep Willekeurige detentie, het feit dat mijn geval door veel buitenlandse politici werd aangekaart. Ik weet dat veel mensen vorig jaar kerstkaarten naar mijn gevangenisadres hebben gestuurd maar ik heb deze nooit mogen ontvangen. Misschien hebben de cipiers ze verzameld en in hun eigen kantoor opgehangen. Ik ben zeer dankbaar voor de mensen die me deze kaarten hebben gestuurd; het doet de autoriteiten beseffen dat mensen van over de hele wereld zich om mijn zaak bekommeren.’
Gaat u verder met bloggen over mensenrechten?
‘Natuurlijk! Ik zal doorgaan met dat waarvan ik geloof dat het goed voor het land is. Ik blijf strijden voor een beter Vietnam. Vooruitgang van het land is mijn doel. Ja, ik ben bang dat ik weer zal worden opgepakt. Maar ik probeer de angst te overwinnen. Ik zal doorgaan, omdat ik ervan overtuigd ben dat het in het belang is van de bevolking van Vietnam. Ik zal niet naar het buitenland gaan, ik blijf liever in Vietnam. Het is de moeite waard, zelfs als ik mijn leven er aan moet wijden.’