Het is veel te eenvoudig om materiaal met seksueel geweld online te zetten en veel te moeilijk om het eraf te krijgen. Er is geen toezicht vooraf en de huidige handhaving schiet tekort. Geen van de toezichthouders en handhavende instanties geeft prioriteit aan het bestrijden van online seksueel geweld. Dit blijkt uit gezamenlijk onderzoek van Stichting Offlimits, Stichting Landelijk Centrum Seksueel Geweld, Fonds Slachtofferhulp, Privacy First en Boekx Advocaten.

Online seksueel geweld is een groot probleem: groot in aantal en impact voor slachtoffers. De huidige aanpak schiet op bepaalde punten ernstig tekort. In een brief aan alle verantwoordelijke bewindspersonen zijn zes aanbevelingen opgenomen die moeten leiden tot betere en snellere hulp voor slachtoffers.

“Onze analyse is dat de regelgeving over online seksueel geweld adequaat is”, aldus Otto Volgenant van Boekx Advocaten. “Er hoeft geen nieuwe regelgeving te komen. Maar regelgeving die alleen op papier bestaat en in de praktijk niet wordt gehandhaafd, biedt burgers geen bescherming. De strijd tegen online seksueel geweld staat momenteel niet in de lijst van prioriteiten van de politie, de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en het Commissariaat voor de Media (CvdM). Slachtoffers van online seksueel geweld staan in de kou.”

Wereldwijd is één op de acht kinderen slachtoffer van online seksueel misbruik. In Nederland is één op de drie meisjes en 10% van alle jongens van 16-17 jaar slachtoffer van online seksuele intimidatie. Online seksueel misbruik kan dezelfde impact hebben als hands-on misbruik, blijkt uit verschillende studies. “Slachtoffers ervaren vaak ernstige mentale gezondheidsproblemen zoals depressie, suïcidaliteit, automutilatie, angst en PTSS. Er zijn helaas de afgelopen jaren zelfs gevallen geweest waarbij online seksueel geweld tot zelfdoding bij jongeren leidde. Daarnaast wordt de verwerking van online misbruik bemoeilijkt doordat beeldmateriaal blijft rondgaan”, aldus Carlo Contino van Fonds Slachtofferhulp.

Robbert Hoving van Stichting Offlimits: “Bij Helpwanted meldden zich in 2024 12.206 slachtoffers van online grensoverschrijdend gedrag, waarvan meer dan 7.400 meldingen gaan over sextortion of het ongewenst verspreiden van intiem beeldmateriaal. Met veel online dienstenaanbieders werken we snel en constructief samen om dit materiaal weg te krijgen. We moeten alleen harder kunnen optreden tegen die partijen die niet meewerken en met dit onderzoek willen we de aanpak verder helpen door aan te geven waar volgens ons de lacunes zitten. Want dat verdienen slachtoffers van online grensoverschrijdend gedrag.”

Ondanks bestaande regelgeving zoals de Digital Services Act (DSA), de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Mediawet en het Wetboek van Strafrecht, ontbreekt effectief toezicht en snelle handhaving. Platforms blijven ongestraft beelden verspreiden en weigeren vaak verwijderverzoeken. Dit gebrek aan handhaving maakt dat slachtoffers machteloos staan en daders vrij spel hebben.

Aanbevelingen voor een effectievere aanpak

Om online seksueel geweld beter te bestrijden, roepen de vijf organisaties op tot:

  • Prioritering: Zorg ervoor dat de betrokken toezichthouders en handhavende instanties online seksueel geweld opnemen in hun prioriteiten, in ieder geval per 1 januari 2026.
  • Budgettaire en organisatorische consequenties van prioritering: Inventariseer op korte termijn bij de betrokken toezichthouders en handhavende instanties wat ze nodig hebben om hun taak goed uit te kunnen voeren. Wat er concreet nodig is per organisatie dient, indien mogelijk, voor de zomer van 2025, in kaart te worden gebracht.
  • Voldoende financiële middelen: Alle betrokken toezichthouders en handhavende instanties ontvangen hun financiële middelen van de overheid. Als er extra budget nodig is om prioriteit te geven aan de strijd tegen online seksueel geweld, dan zal het kabinet daar uiterlijk in het najaar van 2025 financiële middelen voor moeten vrijmaken.
  • Periodiek overleg: Organiseer overleg op structurele en niet vrijblijvende basis tussen toezichthouders en handhavende instanties ook op internationaal niveau. Betrek Offlimits (als trusted flagger op dit gebied) en eventueel andere partijen.
  • Intensivering samenwerking Offlimits: Offlimits wil met de toezichthouders en handhavende instanties afspraken maken over een intensivering van de samenwerking. Een feitenonderzoek van Offlimits kan als basis dienen voor handhavende maatregelen, zonder dat de toezichthouder of handhavende instantie zelf een nieuw onderzoek hoeft op te zetten. Offlimits is al jaren een trusted flagger voor de allergrootste online platforms.
  • Jaarlijkse rapportage: Het is nodig dat de toezichthouders en handhavende instanties met ingang van 1 januari 2026 regelmatig, in ieder geval jaarlijks, rapporteren wat zij hebben gedaan om slachtoffers te beschermen tegen online seksueel geweld.

In mei 2025 organiseren de betrokken partijen een rondetafel-bijeenkomst om de bevindingen en aanbevelingen uit het rapport verder te bespreken met toezichthouders, beleidsmakers en andere betrokkenen.

Lees HIER het gezamenlijke onderzoeksrapport van Stichting Offlimits, Stichting Landelijk Centrum Seksueel Geweld, Fonds Slachtofferhulp, Privacy First en Boekx Advocaten (pdf).

Lees HIER de brief met aanbevelingen aan de verantwoordelijke bewindspersonen (pdf).

Avatar photo
Author: Otto Volgenant
Otto Volgenant (1969) is a leading lawyer in the field of media law, privacy, internet, advertising and entertainment law. He is a renowned human rights litigator, focusing on online privacy issues. Otto represents clients in the media and privacy sector, often in high-profile cases regarding online human rights issues. Otto's clients include many leading NGO's, publishers, broadcasters, journalists, advertising agencies and TV production companies. “On issues of journalistic principle, Otto Volgenant is the main contact, advising on matters such as data and source protection, and freedom of speech.” Legal 500. Otto is at the forefront of the legal battle against online privacy infringements, such as online shaming and online sexual violence. He has successfully initiated legal proceedings against different kinds of online platforms, including BigTech. He works with a coalition of NGO's and regulators to find solutions to the immense privacy issues the online environment raises. As lead counsel, he won the landmark case Sanoma v. The Netherlands about protection of journalistic sources, at the Grand Chamber of the European Court of Human Rights in Strasbourg. Another landmark case was the invalidation of the Dutch Dataretention Act. Summary proceedings were initiated on behalf of a broad coalition of plaintiffs: privacy defenders, the federation of journalists, lawyers, telco’s and ISP’s. The Court of The Hague invalidated the Dutch Dataretention Act with immediate effect. In addition to his daily work as a lawyer, he is a (board) member of the Dutch Association for Media and Communications Law, the Commission for Journalistic Source Protection and the Commission researching Criminal Defamation. Otto participates in the Dutch CASE working group on anti-SLAPP measures. He teaches regularly on privacy and human rights, and he co-authors the yearly Dutch Press Freedom Monitor. Otto is also active for Lawyers for Lawyers (L4L), a Dutch NGO committed to enable lawyers in any country of the world to practice law in freedom and independence. Otto was admitted to the Amsterdam bar in 1993. He studied at the Free University of Amsterdam and graduated cum laude in 1997 with a postgraduate degree in Computer Law. As o 1993, Otto worked at the Amsterdam firm Kennedy Van der Laan for 20 years, where he was appointed partner in 2001. Otto joined Boekx as a partner in 2014.