- September 1, 2018
- Posted by: Hidde Koenraad
- Category: All posts
Noot Hidde Koenraad bij Rechtbank Amsterdam 12 januari 2018 (Spin Master/High5 Products)
Noot van Hidde Koenraad in Berichten Intellectuele Eigendom (maart/april 2017) inzake Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 januari 2017 (Vzr. Rechtbank Amsterdam 12 januari 2017 IEF 16496; ECLI:NL:RBAMS:2017:298): ‘Nationale bevoegdheid van niet-Haagse voorzieningenrechters bij inbreuk op Gemeenschapsmodellen en Uniemerken’.
Deze noot werd aangehaald door Advocaat-Generaal van de Hoge Raad, mr. G.R.B. van Peursem, in zijn conclusie d.d. 31 augustus 2018 voor een vordering tot cassatie in het belang der wet (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2018:957): ‘3.25. Koenraad schreef in zijn noot onder dit vonnis hierover het volgende: “Aangezien veel Uniemerken- en Gemeenschapsmodellenzaken in kort geding worden beslecht en partijen zich daarna vaak neerleggen bij het vonnis, is het de vraag of het wenselijk is dat dit soort zaken (en dan met name Gemeenschapsmodelrecht-inbreuk-zaken) ook door niet-Haagse voorzieningenrechters worden behandeld. Ik meen dat de behandeling door gespecialiseerde rechters een goede zaak zou zijn: zo wordt gewaarborgd dat alle aspecten van deze – soms complexe – zaken de aandacht krijgen die ze verdienen. Zo besloot de Amsterdamse voorzieningenrechter in de in deze noot besproken Gemeenschapsmodellenzaak tussen Spin Master en High5 Products om het nietigheidsverweer van de gedaagde voorshands te verwerpen, aangezien de vraag of een door haar aangedragen US design patent nieuwheidsschadelijk was, niet eenvoudig te beantwoorden viel, nader onderzoek vergde en daarom het bestek van het kortgeding te buiten ging. De kans dat een Haagse voorzieningenrechter van de Sectie IE een dergelijk nietigheidsverweer zou passeren op grond van complexiteit acht ik klein. (…)”. Dat zijn woorden die ik graag onderschrijf.’